Martin Beckers


Bij het samenstellen van het gedenkboek in 1987 ter ere van het 50 jarig bestaan werd het navolgende portret over Dhr. M. Beckers geschetst;



De naam Martin Beckers is in Boys-kringen geen onbekende. Hij komt zo vaak voor dat men eigenlijk direct moet vermelden over welke Martin Beckers men het heeft. Zo was er Martin Beckers die bij het eerste Boys-elftal in 1938 meehielp aan het eerste kampioenschap. Hij runde jarenlang een slagerij aan het Stenenkruis.
Een van zijn zonen, ook alweer een Martin Beckers, was jarenlang actief lid en later ook bestuurslid.
Net als zijn vader is ook hij slager in de buurt van het Stenen Kruis.

De derde Martin Beckers was een neef van zijn hierboven genoemde naamgenoten en zoon van de eerste clublokaalhouder, "der Bekkesj Greët".

Met hem hebben we een middagje gekeuveld en zonder op bepaalde punten diep in te gaan komen tijdens zo'n gesprek toch in een willekeurige volgorde een aantal zaken naar voren die Martin hebben bezig gehouden sinds hij in 1938 lid werd van de Waubachse Boys. Als zoon van de clublokaalhouder herinnert hij zich van die eerste jaren vooral de interne feestjes die in het clublokaal werden gebouwd om een kampioenschap of een belangrijke overwinning te vieren. Niet zelden bood de kookpot van moeder Beckers een erg lege aanblik als een aantal heel hongerige voetballers erin waren geslaagd tot in de keuken door te dringen. Ook kwam het voor dat de toen nog jeugdige Martin naar "nonk Martin" werd gestuurd om aanvullende proviand te halen. Behangen met een stuk braadworst van aanzienlijke lengte kwam hij dan terug waarna het smulfestijn een vervolg kreeg.

Ook herinnert hij zich dat een aantal Boys-fuifnummers het klaar speelde om de levende inhoud van de varkensstal van Beckers sr. door het café te laten draven met alle gevolgen vandien.

Jarenlang was Martin actief als verdienstelijk voetballer, waarbij hij zich in de achterhoede het beste thuis voelde. Na de afsluiting van zijn actieve loopbaan werd hij bestuurslid en vele jaren een zeer nauwgezette penningmeester.
De paden van zulke functionarissen gaan zelden over rozen en ook bij de Boys was er vaak kunst- en vliegwerk vereist om de eindjes aan elkaar te kunnen knopen. Vaak waren het de niet-sportieve activiteiten, die er voor zorgden dat men het hoofd boven water kon houden. Hierbij denken we vooral aan het wekelijkse kienen. Met bijzondere tevredenheid denkt hij ook terug aan de viering van het 40-jarig bestaansfeest. De opbrengst hiervan maakte het de penningmeester mogelijk om een aantal jaren rustiger adem te halen.

In het kader van de financiële problemen memoreert hij ook het afketsen van diverse fusiebesprekingen met Waubach. Een eventuele fusie zou volgens Martin de geldmoeilijkheden flink hebben beperkt.
Ook de bouw van de kantine zal Martin niet licht vergeten. Voor deze kantine werden van de gemeente Sittard een aantal noodgebouwen overgenomen die eerst in Sittard moesten worden afgebroken, vervolgens in de loods bij de oude steenfabriek op de toenmalige Eygelshovenerweg worden opgeslagen en van daaruit naar Lauradorp worden gebracht en opnieuw opgezet. Voor het transport zorgde bestuurslid M. Hinskens.
Tijdens de opbouw van de gebouwen presteerde Martin het om precies tussen 2 stalen haken door van het dak afte glijden. De gevolgen waren niet funest al beseft hij goed dat hij veel geluk heeft gehad en dat de bewuste haken meer schade hadden kunnen aanrichten dan hem lief was geweest.
Bij alle moeilijkheden die het beheer van de kas nu eenmaal meebrengt wil Martin toch wel kwijt dat hij altijd prettig heeft kunnen samenwerken met zijn collega bestuursleden. Dat dit er nogal wat zijn geweest blijkt uit het feit dat hij liefst 6 verschillende voorzitters en 8 secretarissen heeft meegemaakt.
Om gezondheidsredenen gaat Martin het wat kalmer aan doen. We wensen hem gaarne nog vele rustige en gezonde jaren toe.